Nieuws

Heerlijk helder: reverse domain hijacking

01 januari 2018

Een goed domein is geld waard, soms heel veel geld. Dat heeft met de jaren geleid tot enkele praktijken rond domeinen waarbij u toch de wenkbrauwen zou fronsen. Een daarvan is reverse domain hijacking. Wat is het precies, en hoe kunt u zich verweren?

Cybersquatting

Stel: u hebt een product ontworpen en noemt het XYZ. Een goed klinkende naam denkt u, en u registreert xyz.be als domeinnaam. Voortaan verkoopt u met succes uw product via uw website. Plots echter heeft een bedrijf in de VS enorm succes met zijn nieuw product, dat eveneens XYZ heet, en dat verkocht wordt via de website xyz.com. En op een mooie dag krijgt u een brief in de bus van een advocaat, waarin u beticht wordt van cybersquatting .

Met andere woorden: u zou de domeinnaam xyz.be met valse bedoelingen geregistreerd hebben. Niet om die zelf te gebruiken, maar om die voor veel geld aan de legitieme eigenaar, xyz.com, te verkopen. Wilt u een proces vermijden, dan moet u uw domeinnaam zonder enige vergoeding meteen overdragen, zo stelt de brief.

Het kan zijn dat dit een standaardbrief is van een merkenbureau, dat de belangen van een merkhouder wil beschermen. Het schrijft elk bedrijf aan dat een domeinnaam heeft met daarin de merknaam die bij het bureau geregistreerd werd.

Maar soms kan het gebeuren dat xyz.com wel degelijk weet dat uw bedrijf eigenlijk eerst was, en dat u te goeder trouw was toen u uw .be-domeinnaam registreerde. Toch zal xyz.com via dreigementen trachten om u uw domeinnaam af te troggelen. Dan is er sprake van reverse domain hijacking. Wikipedia omschrijft deze praktijk als volgt: "wanneer een gerechtigde merknaamhouder tracht om een domeinnaam in handen te krijgen, door cybersquatting claims te maken tegenover de 'cybersquatter' van die domeinnaam".

Hoe kunt u zich verdedigen tegen reverse domain hijacking?

Vaak zal de domeinnaamhouder die van cybersquatting beschuldigd wordt, zodanig geïntimideerd zijn door deze claim, dat hij afstand doet van de domeinnaam. Procedures rond domeinnamen worden immers beslecht door een speciaal, door ICANN aangesteld orgaan: UDRP (Uniform Domain-Name Dispute-Resolution Policy). Een procedure zou veel geld en tijd kosten, en dat is iets wat niemand te veel heeft.

Toch staat het niet vast dat de uitslag van een geding automatisch in het voordeel van de eisende partij beslecht wordt. Er zijn namelijk twee zaken die de partij die een domeinnaam opeist, moet kunnen bewijzen:

  • De huidige domeinhouder had geen recht of legitiem belang om dit domein te registreren.
  • De huidige domeinhouder heeft de domeinnaam te kwader trouw geregistreerd en gebruikt hem voor die illegitieme doeleinden.

In ons voorbeeld zou u zich tegenover het eerste argument kunnen verweren door aan te tonen dat u een product of dienst hebt dat u al enige tijd via de domeinnaam in kwestie aanbiedt. Als u dit al deed nog voor het product van de tegenpartij bekend raakte, staat u nog sterker.

Het tweede argument, ‘te kwader trouw’ is moeilijker met feiten te bewijzen - het gaat om een intentie. Hier gaat men uit van aanwijzingen. De kwade trouw zou bijvoorbeeld afgeleid kunnen worden uit het feit dat de domeinnaam momenteel niet doorverwijst naar een website waarop actief een product of dienst aangeboden wordt, of dat u zelf de domeinnaam aan derden te koop aangeboden hebt (inbegrepen de tegenpartij in deze betwisting).

Laat u niet intimideren door reverse domain hijacking

Bent u al jarenlang actief op het web, met uw eigen website en domeinnaam, en wordt u beschuldigd van cybersquatting? Misschien bent u het slachtoffer van een poging tot reverse domain hijacking. Ga daarom niet meteen in op intimiderende claims van een merkenbureau, dat van u eist om uw domeinnaam zonder enige vergoeding aan een derde partij af te staan. Overleg eerst met een juridisch adviseur – u staat misschien sterker dan u denkt!